Om half zes vanochtend heeft Jade toch weer haar sonde uitgespuugd. Ze was de hele nacht onrustig geweest en voelde zich beroerd. Het spugen lucht wel op en ze kan nog eventjes slapen.
Jammer genoeg zal de sonde vandaag toch weer terug geplaatst worden. In overleg met de arts wordt de sonde nu dieper doorgevoerd tot aan haar twaalfvingerige darm (het begin van de dunne darm). Op deze manier wordt de maag ontzien omdat de voeding niet in haar maag maar in haar darmen loopt. Ook zou de sonde nu niet makkelijk uitgespuugd kunnen worden. Dit wordt ook wel een duodenumsonde genoemd.
Normaal gesproken weet de verpleegkundige op basis van de lengte van de sonde of deze goed zit. Bij Jade moet deze ongeveer 53 centimeter naar binnen (gemeten vanaf haar neus). Nu gaan ze met een CT-scan kijken of de sonde op de goede plaats zit. Samen met de verpleegkundige, de pedagoge en Olga gaan ze naar de afdeling Radiologie. Daar zal de radioloog de sonde in brengen. De sonde moet eerst in haar maag komen. Daarna moet hij door de maag en over een vernauwing heen, de twaalfvingerige darm in. Een sonde inbrengen is al niet fijn maar nu moet de arts nog wat meer duwen en trekken aan de sonde. Jade doet het heel goed en gelukkig zit de sonde nu goed. Als beloning krijgt ze een speciale kraal van de pedagoge: "Je bent een kei-kraal". Een kraal die lijkt op een kei.
De rest van de dag voelt Jade zich wel wat beter worden. Ze eet een pannenkoek en die blijft gelukkig binnen. Voordat de sonde werd teruggeplaatst heeft Jade eerst nog gewerkt voor school. Ondertussen heeft ze een bloedtransfusie gehad met bloedplaatjes. Aan het begin van de avond wordt gestart met de volgende bloedtransfusie, nu met volbloed. Hier zou ze weer wat extra energie van moeten krijgen en zich beter moeten voelen. Klein nadeel is wel dat de bloedtransfusie wel tot een uur of twaalf loopt. Op zich kan ze gewoon slapen maar ze moeten regelmatig haar temperatuur en bloeddruk meten. Om een uur of één valt ze uiteindelijk echt in slaap.
- Marcel