
's Ochtends zijn Olga en de kinderen druk met het maken van een ontbijt op bed voor vaderdag. Nog even een korte onderbreking door de thuiszorg om Jade een injectie te geven. Na het ontbijt krijg ik van Dylan een zelfgemaakte woordzoeker. Van Olga en de kinderen krijg ik een gitaar. Ik heb altijd al gitaar willen leren spelen maar tot nu toe nooit begonnen. Jade en Dylan vinden het ook leuk... zou mooi zijn als minimaal één van ons drieën tijdens de eerste beste vakantie een liedje kan spelen bij het kampvuur.
's Middags gaan we met de familie er op uit. Zonder strak gepland draaiboek rijden we naar Kats, een klein dorp aan de Oosterschelde waar veel kunstenaars wonen. Sinds kort staat hier een groot vogelhuis. De met vele tientallen vogelhuisjes versierde boomstam aan de Molstraat kwam er naar aanleiding van de kap van zeventig populieren. Acht stammen bleven staan ter oriëntatie en als broedplaats voor vleermuizen en als onderkomen voor de specht. Maar één exemplaar is een waar kunstwerkje geworden. Bovenop staat een groot vogelhuis, de rest van de stam is versierd met vogelhuisjes.
We maken een klein wandelingetje langs een 'juweeltje' van een huis op een mooie locatie. Deze bouwval zou zo onze Bed & Breakfast kunnen worden, komen alleen wat budget te kort. Op de terugweg gaan de kinderen krabben vangen op een kleine strandje. Ondanks het moeilijk begaanbare paadje gaat Jade mee het strandje op. Ze laat zich niet zomaar kennen.
De volgende stop is Colijnsplaat. Hier is opa Jaap geboren en getogen. Als we uitstappen, gaat Siebe opeens hard gillen. Zijn vingers zitten tussen het raam van de auto en het raam gaat niet automatisch open. Na gekoeld te hebben in het dichtstbijzijnde café blijkt dat er niks kapot/gebroken is en hoeven we niet naar het ziekenhuis. Het wordt een korte wandeling. Het is tijd voor een bakje koffie met gebak! Jelte, Siebe en Dylan willen na het gebak snel naar buiten. Jade wil graag ook mee. De jongens zijn er al vandoor dus gaan Jade en ik met de rolstoel op zoek naar ze. Al snel komen we bij een dijk met een praathuisje. Met de rolstoel niet echt makkelijk te bereiken, behalve als je een heel eind omloopt. Jade wil recht omhoog. Ik ben de beroerdste niet en 'dat kan niet' komt niet in het woordenboek voor. Met een aanloopje wagen we een poging. NO NUTS, NO GLORY! We komen een heel eind maar de laatste meter omhoog is nog wat steiler. Ik kan Jade net in de rolstoel houden zonder naar beneden te rollen. In het café, met uitzicht op de dijk, staat de hele familie te gillen en te roepen. Oom Jeroen komt aangesneld en geeft ons het laatste zetje naar boven. Later blijkt dat oma Ella deze nacht heel slecht geslapen heeft omdat ze heel de tijd de rolstoel naar beneden zag gaan. Na nog even bij de haven gekeken te hebben, gaan we op huis aan. Het is mooi geweest ;-)
- Marcel