
Het is meer dan drie weken geleden dat Jade dat laatste chemo gehad heeft. De afgelopen dagen zit het eindelijk een beetje in de lift. Jade komt uit haar dip, de cellen komen op en daarmee wordt haar weerstand groter en kan haar lichaam herstellen. Het wondje op haar billen begint nu te genezen. Haar voeten en lippen waren al redelijk genezen. Doordat ze heel laag in haar bloedplaatjes zit, heeft ze veel blauwe plekken. De meeste zullen de komende tijd verdwijnen. De rode bloedcellen dalen niet meer zo snel en daardoor heeft ze meer energie en meer kleur in haar gezicht. Belangrijker is dat haar buik aan het herstellen is. De buikpijn is zo goed als weg en misselijk is ze nauwelijks.
Ze zit beter in haar vel en heeft meer zin om te knutselen en een spelletje te spelen. Meester Daan komt langs om het tweede deel van de Cito begrijpend lezen af te nemen. Jade heeft toch niet zoveel zin. Ze wil liever dat Daan voorleest uit 'Joris en de geheimzinnige toverdrank'. Het favoriete boek van Daan en hij kan het echt super voorlezen!
Terwijl Daan voorleest, loop ik naar de supermarkt. Een wandelingetje van een kwartier. Jade wil graag shoarma eten vandaag dus ik heb een duidelijk doel! Na drie kwartier ben ik terug op de kamer. Net op tijd om Daan af te lossen, zijn stem begint het een beetje te begeven. Morgen leest hij het laatste stuk voor.
Na 's avonds een half broodje shoarma op gegeten te hebben, gaan we naar buiten! Ze mag binnen in het ziekenhuis nergens naar toe maar wel 'gewoon' naar buiten. Op naar de paarden! In één streep naar de lift, naar beneden en door de voordeur naar buiten. Vlakbij bij het ziekenhuis ligt ook de 'Universiteitskliniek voor Paarden (UKP)'. De kliniek heeft veel weides en er lopen meer dan honderd paarden! Met de rolstoel wandelen we langs bijna alle paarden. Bij elke nieuwe weide stoppen we een poosje om de paarden die naar ons toe komen te aaien. Mijn taak is gras plukken zodat Jade het aan de paarden kan geven. Als we de meeste weides gehad hebben, ziet Jade verderop koeien en kalfjes. Daar moeten we heen! De kalfjes zijn te schattig. Om iets voor negenen zijn we terug op de kamer. Twee uur later en een kilometer of vier gelopen. Morgen gaan we weer!
- Marcel