Op 6 februari 2018 heb ik te horen gekregen dat ik een stamceltransplantatie krijg.Op 29 augustus 2018 heb ik nieuwe stamcellen gekregen uit de navelstreng van een baby'tje. Stamcellen worden gemaakt in het beenmerg. Dat zit in het binnenste deel van mijn grote botten. Het bijzondere aan stamcellen is dat ze nog onrijp zijn. Dat betekent dat ze zich nog kunnen ontwikkelen tot verschillende soorten cellen. De stamcellen in het beenmerg delen en groeien uit tot bloedcellen.
Het doel van de stamceltransplantatie is om de kwaadaardige stamcellen in mijn beenmerg te vervangen door gezonde cellen van een donor. Deze cellen helpen mij vervolgens bij het opruimen van achtergebleven leukemiecellen in mijn lichaam. Dit wordt ook 'graft-versus-leukemie-effect' genoemd. Een stamceltransplantatie met stamcellen van iemand anders heet een 'allogene stamceltransplantatie'.
Bij allogene stamceltransplantatie worden stamcellen van een geschikte donor bij mij via mijn bloed toegediend, bij voorkeur was de donor mijn broertje Dylan. Toen dit niet kon, is het ziekenhuis op zoek gegaan naar een andere donor naar een donor uit de wereldwijde donorbank. In eerste instantie leek dit allemaal goed te gaan en waren er verschillende geschikte donoren. Vlak voordat ze begonnen met de stamceltransplantatie werd de gekozen donor alsnog afgekeurd. De doktoren namen geen enkel risico en besloten daarom om stamcellen uit de navelstreng van een baby'tje te gebruiken.
Grofweg bestaat een stamceltransplantatie uit de volgende stappen:
Na de transplantatie duurde het een aantal weken voordat de stamcellen zich in mijn beenmerg hadden 'genesteld' en ze nieuwe bloedcellen gaan aanmaken. Na 23 dagen bleek uit onderzoek dat al 99% van mijn nieuwe bloedcellen gemaakt werden door mijn nieuwe stamcellen. In totaal heb ik 47 dagen in volledige isolatie gelegen voordat ik weer naar huis mocht. Eigenlijk is mijn stamceltransplantatie heel goed verlopen.
In de maanden daarna ben ik nog een paar keer in het ziekenhuis opgenomen met een infectie aan mijn PAC en een CMV-virus. Van het CMV-virus heb ik nog het langst last gehad. Dit virus zorgde ervoor dat ik veel misselijk was en dat ik niet veel at. Na ongeveer een half jaar zijn alle medicijnen gestopt en op 1 april 2019 mocht ik ook stoppen met sondevoeding. Sindsdien ging het snel goed.
Meer weten?
Op de volgende websites vindt je meer informatie over stamceltransplantatie: